Jan Švankmajer: Ode aan fantasie en opstand

De animaties van Jan Švankmajer legden de basis voor Monty Python en Chicken Run. Alles over de Tsjechische meester van klei, hout en ijzerdraad is te zien in Eye.

Artikel over de tentoonstelling The Alchemical Wedding (15 december 2018 t/m 3 maart 2019 in Eye), gepubliceerd op 15 december 2018 in Het Parool.

Jan Svankmajer in Eye

Jan Švankmajer mag gerust de godfather van de stopmotionfilm genoemd worden. Zijn werk is verplichte kost voor animatiefilmmakers, en inspireerde onder andere Tim Burton en de gebroeders Quay. In de tentoonstelling The Alchemical Wedding in Eye Filmmuseum zie je duidelijk waar Terry Gilliam de mosterd haalde voor zijn Monty Pythonanimaties. Het is hoog tijd dat de Tsjechische filmmaker ook bij een breder publiek bekend wordt, want zijn fantasieën zijn weergaloos.

Švankmajer werd in 1934 geboren in Praag, en twee culturele tradities uit die stad vallen direct op. Zo begon zijn carrière in het poppentheater, waar levenloze poppen in beweging komen. Eye opent de tentoonstelling daarom met een sculptuur van een gigantische marionet. Het is geen bekend personage, maar een ‘onbekende god’, griezelig en wonderlijk op z’n Švankmajers. Het mysterieuze wezen is samengesteld uit schelpen, botten en veren.

Stoel van Jan Svankmajer

Mogelijk inspireerde de Wunderkammer van keizer Rudolf II Švankmajer tot het verzamelen en samenbrengen van uiteenlopende materialen. Zijn hele oeuvre oogt eigenlijk als groot kabinet vol rariteiten, die hij als acteurs laat spelen in zijn films of als mysterieuze objecten exposeert. Hij stapelt gordeldieren, of maakt een soort totem door een eendenkop met schelpen en kevers te combineren. Hij fabriceert een stoel met op de zitting bezems voor de billen, scheerkwasten voor de ballen, en als rugleuning een rasp waar je al rillingen van krijgt als je kijkt.

Onvoorspelbaar

Švankmajers zeven speelfilms draaien in de bioscoopzalen, maar in de tentoonstelling ligt de nadruk op zijn korte films en kunstwerken. De veelheid had murw kunnen slaan, met alleen al dik 2,5 uur korte films, talloze collages, assemblages, sculpturen en tekeningen. Toch verveelt de tentoonstelling geen moment en dat komt doordat Švankmajers verbeeldingskracht ongetemd is en daarmee totaal onvoorspelbaar.

Dat is voor een filmmaker uit voormalig Tsjecho-Slowakije niet vanzelfsprekend; onder de communistische dictatuur lag de filmindustrie aan banden en tussen 1973 en 1980 mocht Švankmajer van de censor niets maken. Die repressie verhoogde de urgentie om zijn fantasie de vrije loop te laten, want ‘het enige passende antwoord op de wreedheden in het leven, is ermee spotten door je verbeelding te gebruiken.’

De combinatie van ongebreidelde verbeeldingskracht en meesterlijke beheersing van de animatietechniek maakt alles mogelijk. Een gezicht wordt met stoffer en blik weggeveegd. Een envelop verbrijzelt een set vingerhoedjes. Stoelen spelen een potje voetbal. Švankmajer kan elk levenloos object leven inblazen.

In de zwart-witfilm The Flat keert alles in het appartement zich tegen de bewoner; probeert de man soep te eten, blijkt de lepel vol gaten te zitten. Wil hij een eitje breken, slaat hij de eierdop kapot. In de spiegel ziet hij alleen zijn achterhoofd – een knipoog naar Magritte. Deze ode aan surrealistische opstandigheid komt uit 1968, het jaar dat de Sovjets een einde maakten aan de Praagse Lente, en zou je daarmee ook kunnen zien als een politiek statement, hoewel Švankmajer dat niet zo letterlijk zou uitleggen.

‘Geef je volledig over aan je obsessies. Iets beters heb je toch niet,’ aldus een van De Tien Geboden van Švankmajer in de brochure. ‘Obsessies zijn overblijfselen uit je kindertijd. En juist uit die dieptes van je kindertijd komen de grootste schatten naar boven.’

Sterke maag

Zo te zien houdt Švankmajer van schelpen, poppen, stoelen, opgezette dieren, geslachtsdelen, maar is hij vooral geobsedeerd door eten en de bijbehorende slurp- en smakgeluiden. Hij schijnt een ziekelijk kind te zijn geweest, dat gedwongen werd om te eten om op gewicht te komen. In verontrustende animaties en video’s ziet eten er soms relatief onschuldig uit, maar vaker verlangt het een sterke maag van de kijker.

Zo is een overhemd dat pruimen eet misschien wat vreemd, maar lieflijk in vergelijking met de lunch waarin twee mannen steeds verder gaan in het eten van hun kleding – de schoenveters worden opgelepeld als spaghetti. Švankmajers fantasieën spreken niet alleen de ogen aan, maar lokken ook fysieke reacties uit. Het is vies, maar meer nog is het zo wonderlijk dat je je ogen er toch niet van af wilt wenden.

– (c) Sophia Zürcher