Interviewtje Marenne Welten

Interview met Marenne Welten naar aanleiding van haar tentoonstelling Play Yesterday, verscheen 7 februari 2018 in Het Parool:

Bijna verdronken portretten

De titel van de tentoonstelling van Marenne Welten bij Galerie Albada Jelgersma, Play Yesterday, komt uit een gedicht van Emily Dickinson (1830-1886). “Toen ik de zin Let Us Play Yesterday las, dacht ik: dat is wat ik doe,” vertelt Welten. “Ik speel met gisteren. Of eigenlijk: ik speel met verhaallijnen; die van het verleden, maar ook van het heden, mijn familie, mijzelf, en voor deze serie ook de geschiedenis van de Europeanen die vanaf 1700 naar Noord-Amerika migreerden.”

Welten kwam op dit onderwerp toen ze voor een groepstentoonstelling in New York was en meer wilde weten over de geschiedenis van het land. Ze las geschiedenisboeken over de kolonisten, literatuur van onder anderen Annie Proulx en John Steinbeck, en bekeek oude foto’s. Aan de basis van haar schilderijen staan familieportretten van immigranten voor hun nieuwe huis (‘Noem ze kolonisten, want het waren geen pioniers’), en foto’s van geëxecuteerde outlaws, die destijds blijkbaar voor archiefdoeleinden rechtop werden gezet en gefotografeerd.

Eigenlijk was Welten deze serie al aan het afronden, toen de Amsterdamse galeriehouders Renée en Lucas Albada Jelgersma haar vroegen voor een solotentoonstelling; Renée Albada Jelgersma had affiniteit met het onderwerp, omdat ze jaren in Amerika heeft gewoond en gewerkt.

De schilderijen in de achterste ruimte komen uit de eerste lichting, de werken voorin zijn speciaal voor deze tentoonstelling gemaakt. Er is een duidelijk verschil in stijl. Op de doeken in de achterste ruimte is de verf relatief dun aangebracht; bij The Brothers Sam & Bill, executed Outlaws (2017) zie je zelfs het linnen. Toen Welten het onderwerp opnieuw oppakte, ging ze veel dikker schilderen. De portretten van bijvoorbeeld Silas (2018) of Cole (2018) verdrinken bijna in de verf.

“Ik ben die portretten begonnen met een dikke witte laag. Dat vertraagt mijn werkproces, want het is bijna niet te doen om op een dikke laag verf te schilderen; de verf glijdt weg, gaat glibberen, het wordt een soep.”

Waarom had ze die vertraging nodig? “Ik wil geen plaatje schilderen. Als ik schilder wat ik in mijn hoofd heb, wordt dat erg saai, want het beeld in mijn hoofd wordt gevormd door hoe ik ben opgevoed en wat ik heb geleerd. Ik zoek een ander beeld, dat net buiten mijn gezichtsveld ligt en me verrast. Dus breek ik het beeld af, en als het dan in scherven ligt en ik niets meer te verliezen heb, kan ik vrij schilderen. Dan ontstaan de interessante schilderijen.”