Artikel over overzichtstentoonstelling van Armando in Museum Voorlinden. Verscheen 6 november 2018 in Het Parool.
Kunstenaar Armando overleed deze zomer en Museum Voorlinden wijdt een overzichtstentoonstelling aan hem. Zijn bokshandschoenen hangen ook op zaal.
Toen kunstverzamelaar Joop van Caldenborgh aan Armando vroeg of hij speciaal voor hem een sculptuur wilde maken, haalde de kunstenaar een verfrommeld papiertje met een schetsje uit zijn binnenzak; zou deze tekening misschien geschikt zijn? De uiteindelijke sculptuur lijkt inderdaad op een tekening; hij is nogal plat, van de zijkant is het een bronzen reep in het Wassenaars landschap. Van voren zie je een mensfiguur met een kolossale linkerarm, en een stompje als rechterarm. Hij is enerzijds sterk, anderzijds kwetsbaar. Een goede binnenkomer voor Armando’s overzichtstentoonstelling in Museum Voorlinden.

De sculptuur Gestalt (2001) heeft zijn thuis in Beeldentuin Clingenbosch, maar is voor de tentoonstelling naar Museum Voorlinden verhuisd. Het museum volgt Armando al jaren en heeft 45 kunstwerken van zijn hand in de collectie, waarvan er nu 15 in de huidige overzichtstentoonstelling zijn beland. De andere werken zijn geleend van particulieren, musea of de Armando Stichting. De gemeente Voorburg-Leidschendam was zelfs zo vriendelijk om hun bronzen wiel Das Rad uit Park Sijtwende tijdelijk uit te lenen. Samen geven deze kunstwerken een breed beeld van Armando’s beeldende kunst van de jaren vijftig tot 2018. Daarnaast worden zijn talenten als muzikant en dichter nog kort aangestipt.
Postuum
Eigenlijk stond deze tentoonstelling gepland voor volgend jaar. Armando had daarvoor zelf het zaadje geplant: hij had tijdens een rondleiding door Voorlinden bij de directeur gehint dat hij 90 jaar werd in 2019. Die leeftijd heeft hij helaas nooit mogen bereiken. Hij overleed 1 juli 2018 op 88-jarige leeftijd. De tentoonstelling werd als de wiedeweerga vervroegd en werd omgezet van de viering van de verjaardag van een van de bekendste Nederlandse kunstenaars, in een postuum eerbetoon.

De laatste werkhandschoenen die Armando heeft gebruikt, liggen, vol rode verf, prominent in de eerste zaal. Armando schilderde namelijk niet alleen met een kwast, maar ook met zijn handen; hij boetseerde de dik aangebrachte verf als het ware. In meerdere schilderijen kun je vier stippen ontwaren waar hij zijn vingers heeft neergezet.
Armando wordt hier gepresenteerd als een krachtige machokunstenaar die zijn kunstwerken letterlijk te lijf ging. Zie bijvoorbeeld zijn vroege werken uit de jaren zestig, toen hij bij de Nulbeweging hoorde; hij schroefde dikke, zwarte bouten door witte panelen, spande prikkeldraad op zwart doek en sloeg spijkers in rode metaalplaten. En in zijn sculpturen kun je nog beter zien hoe hij de klei op een staketsel smeet en erin kneep. Zijn bokshandschoenen hangen niet voor niets ook op zaal.
Kersenrode klodders
De thematiek van deze sterke kunstenaar is echter melancholisch. Armando, die in 1929 werd geboren in Amsterdam, bracht zijn jeugd door in Amersfoort, dicht bij de bossen die in 1941 een concentratiekamp herbergden. De indrukken uit zijn kinderjaren, tijdens de Tweede Wereldoorlog, zouden hem en zijn kunst vormen. Overigens wilde Armando beslist geen Tweede Wereldoorlogschilder genoemd worden; hij hield zich bezig met de tragiek van de mens, zo vertelt hij in de documentaire Het voorval – Armando en de mythe die nu in de filmhuizen draait.
Het was Armando die de Nederlandse taal verrijkte met de uitdrukking ‘schuldig landschap’. Hij schilderde de bossen die ooggetuigen waren van de gruwelen die mensen elkaar aan kunnen doen en die toch argeloos door konden groeien, bloeien, alsof er niets was gebeurd. Als je wat langer kijkt tussen de zwarte boomstammen in Waldstuck 22-1-01, zie je in de sneeuwwitte grond vegen van zalmroze en cognacbruin die een gesneuvelde mensfiguur zouden kunnen voorstellen. Landschaft 4-12-17, dat hij nog vorig jaar vervaardigde, bestaat uit verfstreken stemmig bruin en beige, maar de kersenrode klodders doen iets sinisters vermoeden.
Dreigend
Niet dat alle kunstwerken hier tragisch zijn. Het is verrassend dat de kunstenaar die we vooral kennen van zijn overwegend zwarte, witte of bloedrode schilderijen, ook vrolijkere kleuren gebruikte; het museum exposeert een landschap in poldergroen, en zelfs een in Zuid-Frans geel. Het is bijna romantisch te noemen. Zijn viool prijkt in een vitrine ervoor.
Maar de dreiging is nooit ver weg. Als je plaatsneemt op de groene banken die uitzicht bieden op het prachtig in de herfstzon blakende landgoed rondom het museum, kun je luisteren naar Armando’s stem die voorleest uit onder meer zijn boek Aantekeningen over de vijand (1981);
‘Soms doe ik mee met het landschap. Ik wandel wat. En doe net alsof ik niets in de gaten heb. Ik glimlach zelfs. Maar ik weet alles.’
– (c) Sophia Zürcher