Boltanski in de Oude Kerk

In zijn tentoonstelling Na in de Oude Kerk plaatste de Franse kunstenaar Christian Boltanski eindeloos veel zwarte kubussen in de anders zo lege ruimte. De dood, het lot en herinnerd worden, zijn Boltanski’s thema’s.

Dit artikel verscheen in Het Parool, 27 november 2017, Foto: Gert Jan van Rooij

In de Oude Kerk liggen circa 20.000 mensen begraven. Gefascineerd als de Franse kunstenaar Christian Boltanski (1944) is door de dood, moet de uitnodiging om juist daar, op een begraafplaats, een tentoonstelling te maken, hem beslist hebben aangesproken. Dit weekend ging zijn tentoonstelling Na er open, met nieuw en oud werk. Boltanski plaatste de anders zo lege ruimte tjokvol zwarte kubussen.

De blokken bestaan uit houten stellages, bedekt met zwart plasticfolie in uiteenlopende formaten. Sommige blokken zijn zo immens dat ze je het zicht op de kerk totaal ontnemen. Doordat je om de blokken moet manoeuvreren, vertraagt je looptempo. In combinatie met de kerkelijke sfeer brengt die installatie je in de juiste gemoedsstemming voor een tentoonstelling over wat achterblijft als iemand uit dit leven verdwijnt.

Ruisende zwarte tombes

Of de tentoonstelling je serener maakt, zwaar op je drukt of je een beetje doet griezelen, hangt vermoedelijk samen met of je wel of geen angst hebt voor de dood. Ventilators in de houten stellages laten het zwarte plastic rimpelen, wat die ruisende zwarte tombes behoorlijk luguber kan maken – tenminste, als je zwart plastic associeert met lijkzakken uit misdaadseries.

In een van die kubussen kun je plaatsnemen voor een microfoon en namen voorlezen van mensen die hier tussen 1396 en 1865 begraven zijn. Dat het graf van Saskia van Uylenburgh, de echtgenote van Rembrandt, hier te vinden is, is bekend. Maar de meeste overledenen zijn vergeten. Door hun namen te noemen, en dat als gefluister af te spelen in het koor, worden de overledenen in herinnering gebracht. Voor eventjes dan, zolang de tentoonstelling duurt.

“Mijn werk is één grote mislukking, omdat ik steeds probeer mensen en dingen te bewaren,” vertelde Boltanski in een publiek interview tijdens Amsterdam Art Weekend. “Al bij aanvang wist ik dat het onmogelijk is om iets voor altijd te behouden. Je kunt wel herinneringen bewaren aan je grootmoeder, maar niet aan je betovergrootmoeder.”

Maar volgens Boltanski kunnen verhalen wel overleven; hij noemt het mythologieën. Daarom zijn de verhalen voor hem belangrijker dan de objecten die hij maakt. Je kunt naar het eiland Teshima gaan om zijn werk Les Archives du Coeur te bezoeken, maar Boltanski hoopt vooral dat het verhaal blijft bestaan van die Franse kunstenaar die andermans hartslagen verzamelde en archiveerde op een Japans eiland.

Zijn beste verhaal is dat van die man die het leven van een andere man kocht. In 2009 sloot professioneel gokker David Walsh een weddenschap af met Boltanski. Walsh livestreamt dag en nacht het atelier van Boltanski in zijn museum in Tasmanië, en betaalt de kunstenaar daarvoor een vast bedrag per maand. De hoogte van dat bedrag was gebaseerd op de gok dat Boltanski nog zo’n acht jaar te leven had. Was de kunstenaar eerder gestorven, dan was het kunstproject een koopje geweest, maar in september vierde de kunstenaar al zijn 73ste verjaardag – en Boltanski maakt nu dus winst op de weddenschap. Hij zal dit jaar ongetwijfeld nog meer stil hebben gestaan bij zijn eigen sterfelijkheid. Zijn tentoonstelling in de Oude Kerk zal hij niet voor niets Na hebben genoemd, als in: ‘na het leven’.

De dood, het lot, herinnerd worden: het zijn de hoofdmotieven in Boltanski’s oeuvre, en dat maakt zijn werk wat voorspelbaar, maar ook prettig consequent. Zo werkt hij vaak met achtergelaten kledingstukken, en ook de Oude Kerk ligt vol jassen – een heruitvoering van een werk uit 1987. Enkele maanden geleden stond op Facebook een oproep om jassen tijdelijk uit te lenen, ‘bij voorkeur lang of halflang in donkerzwart, -grijs, -blauw of -bruin’. Zo te zien zijn vooral zwarte jassen uitgeleend.

Donkere engelen

Zo’n jas zonder eigenaar is een lege huls geworden. Boltanski legde de 55 mantels op de grafstenen in de kerk, met de rug naar boven en de mouwen gespreid. Als donkere engelen die naar beneden zijn gestort. Of, als je het positiever wilt zien: wollen geesten die de koude graven verwarmen.

Enkele mantels zijn om houten planken gehangen. Als je die jassen nadert, klinken vragen uit de speakers die onder de jassen verstopt zijn: “Zeg eens, wie heb je achtergelaten?” “Zeg eens, was je alleen?” “Zeg eens, heb je gebeden?” Dit zijn geen vragen voor de toeschouwer, maar voor de doden. De vragen blijven onbeantwoord, waardoor je hier als achterblijver doordrongen raakt van het vertrek van de overledenen.

Na van Christian Boltanski is t/m 29 april 2018 te zien in de Oude Kerk.
(c) Sophia Zürcher