Een uur met… Mondriaan

Vlug lopen we door het museum, onze ogen stuiteren tussen tekstbordjes, zaalteksten en kunstwerken. Soms werpen we een geërgerde blik op een andere bezoeker, we maken misschien een kunstselfie. Dan ontvangen we een sms of WhatsApp die nog moet beantwoord… En waar zijn eigenlijk de toiletten?
Zelden benadert een museumbezoek het kunstkijk-cliché dat fotobureaus graag verkopen: één persoon tegenover één kunstwerk in een onderonsje dat eindeloos mag duren. Zittend op een bankje, met een hand aan de kin, of de armen over elkaar. En maar kijken. Misschien doen wij het dus helemaal verkeerd.


Hoe lang kijken mensen naar een kunstwerk, in het echt, los van de clichés? Op internet wordt geklaagd over gemiddelde kijktijden van slechts zeventien seconden, anderen zeggen dat we een kunstwerk maar negen seconden aandacht gunnen.
Het meest aangehaalde onderzoek komt uit 2001. Onderzoekers Jeffrey K. Smith en Lisa F. Smith volgden honderdvijftig bezoekers in het Metropolitan Museum of Art in New York. Uit hun rapport Spending Time on Art blijkt dat bezoekers gemiddeld 27,2 seconden naar een schilderij kijken, waarbij de meeste bezoekers niet langer dan 17,0 seconden bij een werk bleven staan. Er waren grote individuele verschillen, maar slechts tien procent van de onderonsjes duurde langer dan een minuut. De onderzoekers bekeken niet wat voor gevoelens of ideeën de museumbezoekers hadden ten aanzien van de kunstwerken. Wordt een kunstwerk beter als je er lang naar kijkt? Wordt de kunstervaring indrukwekkender?
Wij denken van wel. En daarom bedachten wij de Slow Art Challenge; we dagen iedereen uit om nu eens lang naar een kunstwerk te kijken, minimaal één uur lang. Niet sms’en, niet WhatsAppen, geen foto’s maken, gewoon kijken, langdurig en langzaam. Als redactie geven we graag het goede voorbeeld, dus hadden we begin dit jaar al verschillende onderonsjes van een uur met één kunstwerk. Arjan Reinders en Sophia Zürcher kozen abstracte meesterwerken, Anna van Leeuwen hield post bij een korte conceptuele film. De resultaten vindt u op de volgende pagina’s. Laat u ook uitdagen (zie pag. 65) en doe mee! We zijn zeer benieuwd naar uw ervaring!

Wat: Piet Mondriaan, Victory Boogie Woogie, 1942-1944
Waar: Gemeentemuseum Den Haag
Wanneer: 9 januari 2015, 13.25-14.25
Meest gehoorde opmerking: “Dit werk was erg duur, hè?”
Ontdekking: Mondriaan is veel minder streng dan ik dacht, hij is zelfs heel speels.
Tekstbordje: Alleen informatie over de reden voor de aankoop. Niet echt behulpzaam bij het kijken dus.

Mijn Slow Art Challenge
“Ik weet niet hoe lang ik gemiddeld naar een kunstwerk kijk, dus ik word al zenuwachtig bij de gedachte dat ik een uur naar Mondriaans Victory Boogie Woogie moet kijken. Ik bedenk een strategie: ik begin in de punt boven en kijk tegen de klok in naar beneden. Bij een geel blokje raak ik echter van mijn pad; ik verlaat de rand en spring naar het volgende gele vierkantje. Sommige zijn groot, andere klein. Het doet me denken aan muzieknoten die langer of korter worden aangehouden, alsof de blokjes een partituur vormen. ‘Boogiewoogie’ zit in de titel, geen vreemde associatie dus.

Een oudere vrouw komt naast mij staan. “Wat een rommeltje”, fluistert zij haar man toe. Ik grinnik.

Mijn ogen blijven over het doek dwalen, op zoek naar een stukje dat logisch is, maar ik kan niets vinden. Er is geen enkel deel dat je regelmatig zou kunnen noemen. Net onder de helft, rechts, zit een soort theedoek-motief. Een raster van vijf bij vijf blokjes, in rood, wit en blauw. Het had symmetrisch kunnen zijn, maar er zitten stukjes zwarte, rode en gele tape op die het raster doorbreken. Nergens creëert Mondriaan een rustpunt, waardoor je visuele hinkstapsprongen over het doek blijft maken.

Toch even kijken op mijn horloge: er zijn 36 minuten voorbij. Dat valt me héél erg mee! Ik swing verder met mijn ogen over het doek. Ik krijg wel een beetje nekpijn, want het doek hangt net iets te hoog. Ik doe een paar stappen achteruit. Ik zie nu vallende regendruppels in de kleinste blokjes, die bij elkaar komen in een plas onderin het doek. Een jongen stapt naar voren, poseert voor het schilderij en breekt en passant mijn concentratie. Ik kijk nogmaals op mijn horloge, nog anderhalve minuut te gaan. Dit was eigenlijk te makkelijk: ik heb nog niet eens ontdekt hoe het doek eruitziet vanaf het bankje.” (Sophia Zürcher)

Dit artikel verscheen in Kunstbeeld editie 3, 2015

(c) Sophia Zürcher