Blog: Iets minder magisch

Expositie ‘Me We’

Hoeveel van het karakter van een persoon schemert door in zijn portret? Dat vraag ik me altijd af bij prachtige portretfoto’s van bijvoorbeeld Rineke Dijkstra en Koos Breukel. Ik zou graag denken dat de spottende lach van Koningin Máxima iets zegt over haar persoonlijkheid, maar na zelf te zijn gefotografeerd door Koos Breukel twijfel ik daaraan.

Op de foto
Paradox en het Fotomuseum Den Haag boden onlangs de mogelijkheid om je  te laten vereeuwigen door de fantastische portretfotograaf Koos Breukel. Ik had in De Volkskrant al een artikel gelezen waarin bekende Nederlanders vertelden wat ze van hun portretfoto van Breukel vonden. Loes Luca vindt dat hij haar goed heeft aangevoeld en Charlotte Dumas zegt over Breukel: “Maar Koos weet je wel uit je comfortzone te halen. Alleen dan gebeurt er iets bijzonders (….) Aan de ene kant wil hij dat je een pose vasthoudt, en tegelijk wil hij dat je ontspant. Dan komt er altijd een moment waarop je iets loslaat en jezelf een beetje blootgeeft.” Dat klinkt eng en ik was inderdaad een beetje huiverig. De foto’s van Breukel zijn niet flatteus; alle poriën en wallen zijn te zien en zelden zie je iemand echt vrolijk kijken. Alles wat zeg een facebookfoto niet moet zijn. Je bent de macht over het plaatje kwijt.

Kijkje achter de schermen
De foto van mij en mijn vriend was eigenlijk zo klaar. Voor grote opdrachten neemt Breukel natuurlijk meer tijd voor zijn geportretteerden, maar deze dag in oktober moest hij 25 mensen vastleggen. We zijn twee keer gewisseld van pose. Zo’n tien minuten later zaten we onze foto te bestuderen in café Gember. Een deel van de Breukelmagie is voor mij nu verdwenen. Ik had gedacht dat ik meer inzicht zou krijgen in het werk van de fotograaf door zijn werkwijze van dichtbij mee te maken. Ik ben dol op documentaires waarin je kunstenaars aan het werk ziet, en ateliers die opengesteld worden voor publiek. In Dublin hebben ze het atelier van Francis Bacon gereconstrueerd, heerlijk om te zien hoe hij in de rommel werkte. Vorige zomer bezocht ik het woonhuis van Henry Moore in Engeland. Ik zag welke spullen hij verzamelde, herkende vormen van botten en schelpen in zijn sculpturen en had het gevoel zijn inspiratiebronnen te begrijpen. Bij een fotograaf lijkt dat toch net iets anders te liggen.

Expositie ‘Me We’, linksboven een portret van Jan Wolkers

Projectie
Koos Breukel heeft Jan Wolkers geportretteerd, een maand voor de schrijver overleed. Het is verleidelijk om de kwetsbaarheid in de ogen van Wolkers te willen zien. Maar ik denk nu, nadat ik zelf ben gefotografeerd, dat dat niet meer dan projectie is. Mijn portret is statig. Mijn vriend en ik staan er mooi op, zeker. We stonden eerst naast elkaar. Breukel vroeg of ik mijn hand op de schouder van mijn vriend wilde leggen. Dat voelde niet heel natuurlijk. We moesten ‘iets ernstiger’ kijken. Ik heb mijn vriend nog nooit zo serieus zien kijken, voor mij is het niet zoals hij is. Maar een foto is natuurlijk geen venster op de werkelijkheid en een fotograaf is geen psycholoog. Fotografie is juist interessant, omdat je de ruimte krijgt je fantasie erop los te laten.

Onze portretfoto is voorlopig privé, maar over een paar jaar laat ik het graag een vreemden zijn om te vragen wat zij denken van onze gezichten af te lezen. Ik ben heel blij met de foto.

Foto’s: Sophia Zürcher