
De tuin rondom het Rijksmuseum is eigenlijk een extra museumzaal. De bronzen lichamen en wezens van de Britse beeldhouwer Henry Moore (1898-1986) komen er goed tot hun recht.
Organische vormen
Van de Amsterdamse Stadhouderskade kan je het enorme Large Two Forms (1966) al zien liggen. De titel is accuraat. Het zijn twee bronzen vormen en ze haken in elkaar. Het is moeilijk de sculptuur te beschrijven, alleen al omdat het er vanuit verschillende hoeken verschillend uitziet. Op het gras naast de sculptuur in de Rijksmuseumtuin ligt een jonge man op het gras. De knik in zijn knie lijkt wel wat op een knik in het brons. In een deel van de sculptuur is eigenlijk best een kop van een dijbeen te zien, of een enkel. Het lijken wel twee naar elkaar gegroeide, organische vormen. Het is het mooiste werk op de Henry Moore-tentoonstelling.
Mens en natuur
De informatie op de bordjes is summier, maar Moore heeft gelukkig niet veel woorden nodig. Je kunt namelijk zien dat hij in zijn werk een versmelting van mens en natuur nastreeft. Het oudste werk in de tuin komt uit 1952. Het is een halfopgerichte vrouw die op haar onderarmen en voeten rust. Een paar meter verder ligt nog zo’n vrouw, ditmaal uit 1969, en ze is veel abstracter. Ze is bij de heup in tweeën gesneden en er is geen onderscheid meer tussen de twee benen; haar onderlichaam lijkt meer een gewelfde tak. Eigenlijk zijn de sculpturen van Moore gegroeide vormen, die buiten in de natuur veel beter tot hun recht komen dan in museumzalen. Dat kan de bezoeker zelf vergelijken, want een versie van Locking Piece (1963-64) staat prachtig in het groen, een andere versie uit 1971 staat wat steriel in de hal van het museum.
Groene museumzaal
De tuin van het Rijksmuseum is bedoeld als een groene museumzaal. Dat had de architect van het Rijksmuseum, Pierre Cuypers eind negentiende eeuw al zo bedacht en het is door Copijn Tuin- en Landschapsarchitecten naar de 21ste eeuw vertaald. En inderdaad is de tuin in de eerste plaats een buitenzaal, met verhoogde gazons die op sokkels lijken. Hoe afstandelijker de werken gepresenteerd worden, hoe minder indruk te ze maken. Dat zie je aan Two Piece Reclining Figure No. 2 (1960) dat gekooid wordt door een haagje. De wezens van Moore moeten als wezens in het landschap rusten, zoals in de geslaagde tuinen van de Henry Moore Foundation in Groot-Brittannië, of zoals Large Two Forms (1966) op zijn plateau. Het merendeel van de sculpturen is gelukkig op deze manier gepresenteerd.
Het Rijksmuseum biedt een prima kennismaking met enkele thema’s in het werk van Moore. De gratis toegankelijke tentoonstelling is niet te moeilijk en ook leuk voor voorbijgangers die deze warme zomer slechts schaduw zoeken. Met goed gekozen werken maakt dat het een ideale zomertentoonstelling.